Integer Handelen

INTEGER HANDELEN

21/02/2022



DE SINT-MICHIELSBEWEGING

De Sint-Michielsbeweging is een nieuwe beweging binnen de katholieke Kerk. Ze maakt jonge mensen vertrouwd met het christelijke geloof en is hiervoor actief op verschillende plaatsen in Vlaanderen. Ze wil het geloof aanbieden als een relevante way of life zodat jonge christenen sporen trekken in de Kerk en de maatschappij. Jongeren in nood worden ondersteund en het zijn ook jonge mensen die anderen met noden helpen. Dit gebeurt op een vernieuwende manier in een sfeer van vrede, geweldloosheid en vriendschap. 

Tegelijkertijd wil ze met mensen in nood in vriendschap op weg gaan.

In een metafoor: De vriendschap met Christus is ons hart. De vriendschap met jongeren en met mensen in nood zijn onze longen.

 

Vrede, vriendschap en geweldloosheid oriënteren onze omgang met elkaar. Het is in die geest dat we willen samenwerken, samen bidden en samen het goede doen, voor elkaar en voor al wie we op onze weg ontmoeten.

We doen dat op velerlei wijzen:

  • We begeleiden jongeren in hun geloofsgroei en in hun groei naar volwassenheid.

  • We organiseren jongerenvieringen.

  • We ondersteunen jongeren in nood.

  • We verzorgen activiteiten voor kinderen.

  • We brengen gezinnen bijeen.

  • We organiseren zomerkampen voor tieners.

  • We helpen kinderen en tieners in armoede met de huiswerkklas.

  • We organiseren de bedeling van voeding en verzorgingsproducten.

  • We sluiten vriendschap met bejaarden en mensen met een beperking.

Stuk voor stuk waardevolle initiatieven die tot doel hebben om samen met gezinnen, kinderen, jongeren en mensen in nood de vriendschap van Christus te ontdekken.

 

HET WAAROM

Het is goed dat wij als beweging nadenken over ons handelen als mensen onder elkaar. Gezien de problemen die zich in Kerk en maatschappij op het vlak van integriteit van de menselijke persoon hebben voorgedaan, is het goed om geregeld dit onderwerp in alle geledingen van onze werking ter sprake te brengen en ons hierbij te laten leiden door een aantal gedegen richtlijnen.

Net omdat we als beweging willen laten zien dat de Kerk een gastvrije maar ook een integere plaats van (Gods)ontmoeting is, is dat belangrijk. We moeten samen toezien op een goed evenwicht tussen afstand en nabijheid. Dat geldt voor begeleiders onderling maar nog meer voor de contacten tussen begeleiders en begeleide (bv. minderjarigen en kwetsbare mensen) waarbij in de onderlinge relatie een machtsongelijkheid speelt.

Begeleiders in de beweging delen in het dienstwerk van Christus en zijn Kerk. Ze hebben de opdracht hun taak evangelisch en integer uit te oefenen. Een nederige grondhouding ondersteunt hierbij het respectvol handelen.

 

Het vertrouwen is en blijft het fundament van onze omgang met elkaar. Alleen zijn we wel van mening dat de concreetheid van dit document ons helpt om bewust te worden van het belang van een integere omgang met elkaar.

Het document is tevens een hulp om de evaluatie van activiteiten en medewerkers te voeden. Daaruit kunnen dan ook gezamenlijk gedragen beslissingen groeien.

 

Zo is dit document ontstaan, na veel overleg en bijsturing.

Het is ook niet af. We opteren ervoor om het op geregelde tijdstippen op diverse niveaus opnieuw ter sprake te brengen om ons ‘wakker’ te houden en waar nodig bij te sturen.

 

BENAMINGEN

Als we over jongeren spreken, hebben we het zowel over minderjarigen als over jongvolwassenen uit de leeftijdsgroep 18-30 jaar die door anderen begeleid worden. Dit geldt ook voor personen met een beperking die onder het statuut van bewindvoering vallen (o.a. vroegere verlengde minderjarigheid).

We spreken ook over ‘(volwassen) begeleider’. Het gaat hier om elke persoon die een opdracht voor (met) de Sint-Michielsbeweging uitvoert en waarbij deze meewerkt of leiding neemt in een activiteit.

 

ALGEMENE RICHTLIJNEN

  1. Begeleiders onthouden zich van handelingen die de integriteit van hun taak aantasten, in alles conform de burgerlijke en kerkelijke wetgeving. 

Het is daarom de eerste plicht van elke begeleider de volledige integriteit (fysiek, emotioneel, moreel en geestelijk) van de begeleide (minderjarigen en meerderjarigen) in alles te eerbiedigen. 

De volwassen begeleider eerbiedigt ook in alles de volledige integriteit van collega-begeleiders en andere medewerkers.

 

  1. Begeleiders zijn zich bewust van de machtsongelijkheid die de begeleidingsrelatie (o.a. een pastorale relatie) met zich kan meebrengen. Zij maken geen misbruik van de kwetsbaarheid van anderen en gaan geen relaties aan die de onafhankelijkheid, zelfstandigheid en integriteit van de betrokkenen schade toebrengen.

 

  1. Het is de begeleider die verantwoordelijk en aansprakelijk is voor het aangeven en bewaken van de grenzen in alle contacten binnen de begeleiding. Hij bewaart een gezonde afstand en vermijdt oncomfortabele situaties.

 

  1. Elke begeleider gaat met deze richtlijnen akkoord als hij een taak opneemt. Het niet naleven van deze richtlijnen is een ernstig falen. Onverkort geldt de burgerlijke en kerkelijke wetgeving m.b.t. de meldingsplicht van misdrijven.

 

  1. Het is goed dat de begeleider ook tijdens de uitoefening van zijn taak over de opvolging van deze richtlijnen kan overleggen met een coach, met collega-begeleiders en andere medewerkers om wijs te handelen. Bij deze feedback blijven we bezorgd om het welzijn van onze medewerkers en van de mensen die leiding nemen.

 

  1. Bij klachten kunnen de verantwoordelijken van het initiatief of de zending of desgevallend de algemene coördinator of verantwoordelijke priester aangesproken worden. Lukt dat niet of is het niet aangewezen, kan iemand met een neutrale status tegenover de betrokkenen de verschillende partijen beluisteren. Deze persoon (personen) tracht(en) een duidelijk zicht te krijgen op het conflict. Het is de bedoeling dat deze klacht zonder aarzelen wordt behandeld en na ernstig onderzoek een juiste beslissing van opvolging kan krijgen. Men vindt de contactgegevens van de verantwoordelijken op de website of de informatiebrief van de activiteit in kwestie. 

 

Indien men hiermee intern niet terecht kan of wil, kan men zich steeds richten tot het kerkelijk meldpunt rond misbruik in een pastorale relatie, telefoonnummer (Nederlands- en Franstalig): 02 507 05 93, van maandag tot vrijdag, tijdens de kantooruren. U kunt ook contact opnemen via e-mail:  info.misbruik@kerknet.be.  Het e-mailadres wordt 24 op 24 uur en 7 dagen op 7 opgevolgd en boodschappen worden zo snel mogelijk beantwoord. 

 

  1. We blijven loyaal aan de burgerlijke wetgeving in ons land.

 

  1. We volgen steeds de wettelijke richtlijnen voor GDPR.

 

SPECIFIEKE TOEPASSING VOOR DE BEGELEIDING VAN EN DE PASTORAAL MET MINDERJARIGEN

 

  1. Gezien de kwetsbare positie van minderjarigen is een strikte naleving van de genoemde algemene richtlijnen in de begeleiding van minderjarigen van het grootste belang, in alles conform de burgerlijke en kerkelijke wetgeving. 

 

  1. Voor de begeleiding van jongvolwassenen (18-30 jaar) hanteren we dezelfde richtlijnen.  

 

  1. Ouders (of eventueel een voogd) zijn de eerste verantwoordelijken van minderjarigen. Daarom moeten alle begeleidingen met minderjarigen vooraf gekend en toegelaten worden door de ouders. Deze activiteiten worden vermeld op de publieke communicatiekanalen van de Sint-Michielsbeweging (website www.sint-michielsbeweging.be, Facebook, Instagram, flyers, affiches e.d.). 

 

  1. Bij eventuele problemen met minderjarigen moeten de ouders onmiddellijk gecontacteerd worden. Hiertoe worden de contactgegevens van de ouders of voogd opgevraagd, bijgehouden en periodiek bijgewerkt. Ouders moeten altijd bij het team van begeleiders of bij de eindverantwoordelijken terecht kunnen met hun vragen of om vertrouwelijke informatie te delen. De contactgegevens vindt men terug op de website. 

 

  1. Niemand heeft automatisch het recht om toegang tot minderjarigen te hebben. Als er mensen zich vrijwillig aanbieden om zich in te zetten voor of met minderjarigen, moeten zij een mandaat krijgen van de verantwoordelijken van deze activiteiten.

 

  1. De volwassen begeleider is waakzaam voor de accommodatie en de assistentie.

  • De begeleiders werken twee aan twee; als dit niet mogelijk is (bv.  bij een  persoonlijk gesprek), zijn andere begeleiders hiervan op de hoogte en worden de richtlijnen inzake de voorziene ruimten gerespecteerd. (zie volgende punt)

  • Activiteiten met minderjarigen (meerdere of één) worden best begeleid in daartoe voorziene ruimtes die beantwoorden aan de eisen van dergelijk onthaal: nabijheid van andere volwassenen, ‘open deur’ / ’open venster’, gepaste inrichting, heldere afspraken.

  • Een één op één begeleiding past niet in een private omgeving.

De begeleider is er zich van bewust dat soms ook de begeleide de grenzen opzoekt en beschermt hem daarvoor. Of er bij een persoonlijk begeleidingsgesprek al dan niet een deur open blijft, is een beslissing van de begeleide.

  • Activiteiten voor minderjarigen met overnachting (o.a. kampen) worden begeleid door een team van meerdere volwassenen ter plaatse, die ook ’s nachts met minstens twee personen aanwezig blijven.

  • De volwassen begeleider respecteert de privacy van de minderjarigen wat betreft hun kleedruimtes, wasplaatsen, slaapplaatsen.

  • De begeleider neemt intieme activiteiten die minderjarigen alleen kunnen verrichten niet van hen over (zoals zich wassen, aankleden).

 

  1. De volwassen begeleider is waakzaam m.b.t. het taalgebruik om integriteit te garanderen.

Niet aangewezen zijn onder andere:

  • In het bijzijn van minderjarigen seksueel getinte grappen vertellen, onnodig seksueel getinte woorden gebruiken, dubbelzinnige opmerkingen maken, vernederend spreken over derden, obscene gebaren maken.

  • Met minderjarigen spreken op een manier die door een waarnemer kan beschouwd worden als kwetsend, bedreigend, intimiderend, beschamend, minachtend, vernederend, bindend.

  • Met minderjarigen seksuele activiteiten bespreken, tenzij dit door een specifieke opdracht vereist wordt (met duidelijke afspraken vooraf met het team van volwassenen én als men daartoe een specifieke opleiding gevolgd heeft). De volwassen begeleider spreekt nooit met minderjarigen over het eigen seksuele leven.

De begeleider ziet erop toe dat de jongeren ook onderling deze richtlijnen volgen en elkaars integriteit bewaren.

 

  1. De volwassen begeleider is waakzaam in de psychische omgang om integriteit te garanderen.

  • Hij oefent geen psychische dwang of dominantie uit.

  • Hij is een soort tochtgenoot, een gids, o.a. op spiritueel vlak, die ervaring heeft van een leven als christen en een jongere de weg kan wijzen – die hij of zij zélf moet gaan.

  • De begeleider neemt nooit beslissingen in plaats van de jongere. Hij neemt de verantwoordelijkheid voor zijn of haar spirituele leven en relaties niet van hem of haar over, maar maakt hem of haar er zelf meer verantwoordelijk voor.

  • Hij verwijst de jongere door naar deskundige hulpverleners als er dieperliggende psychologische of andere problemen aan de orde zijn. Deze beslissingen worden in overleg en met medebegeleiders of verantwoordelijken genomen.

  • Begeleiders zijn ook waakzaam voor mensen die met een verborgen verdriet leven en die vanuit die kwetsuren soms misbruik maken van macht, gezag of persoonlijke voorkeuren.

  • Begeleiders zijn zich bewust van de ongelijkheid in positie en doen er goed aan dit steeds in gedachten te houden.

Deze items komen ook best in gesprek aan bod

  • in de omgang tussen jongeren onderling;

  • tussen volwassenen onderling;

  • bij iedereen die in de beweging is betrokken.

 

  1. Isolerend gedrag met minderjarigen is niet toegestaan. Evenmin is ongepaste ‘aandacht’ voor minderjarigen toegestaan. Enkele voorbeelden zijn.

  • Het geven van overdreven geschenken aan minderjarigen.

  • Het geven van persoonlijke, vertrouwelijke informatie aan minderjarigen.

  • Geheime afspraken maken met minderjarigen of geheimen toevertrouwen.

  • Een ‘speciaal statuut’ geven aan minderjarigen (‘jij bent mijn vertrouweling’, ‘jou heb ik liever dan de anderen’).

  • Intieme vragen stellen.

  • Indringend en langdurig aankijken.

  • Ongewenste briefjes, e-mail- of sms-berichten sturen.

  • Ongepaste foto’s maken of bezitten.

 

  1. Over de omgang met genotsmiddelen stellen we het volgende:

  • Drugs worden in de Sint-Michielsbeweging niet geduld.

  • Met het gebruik van alcohol en tabak zijn we waakzaam en volgen we de desbetreffende wetgeving.

  • Het is binnen activiteiten met de Sint-Michielsbeweging niet toegestaan om seksueel getint of moreel onaangepast materiaal uit te wisselen of te bekijken en gelegenheden te bezoeken die moreel ongeschikt zijn.

 

  1. Begeleiders springen verantwoord om met boodschappen op sociale media en begeleiden jongeren in dit proces. We prefereren ook persoonlijke dialoog boven discussies op sociale media en het publieke forum. 

 

NOG ENKELE AANDACHTSPUNTEN

 

  1. Er is een verschil tussen gezonde emotionele betrokkenheid enerzijds en grensoverschrijdend gedrag anderzijds. Niet betrokkenheid, maar grensoverschrijding is het probleem. De overgang tussen beide is niet flinterdun. Er wordt wel degelijk een grens overschreden. Toch gebeurt dit soms geruisloos. Misbruik kan een hele tijd verborgen blijven. Een cultuur van waakzaamheid is nodig om dit te vermijden. Als er iets niet OK is, dan moet er gehandeld worden om de integriteit te beschermen. Het is beter wat te voorzichtig te zijn dan het risico te lopen dat iemands integriteit geschonden wordt.

  2. Om bovenstaande redenen is men verplicht om netelige of oncomfortabele situaties te vermijden die tot verdachtmaking of beschuldiging kunnen leiden. Herhaling van dergelijke situaties moet in elk geval vermeden worden. We moeten er ons van bewust zijn dat onschuldige gedragingen (zoals bv. een kind of jongere omarmen) zowel door de betrokkene als door derden anders geïnterpreteerd kunnen worden.

  3. Een goed uitgangspunt voor onze relaties en contacten is dat elke uitspraak of handeling door iedereen mag gehoord of gezien worden.

 

  1. De beleidstekst ‘Verborgen verdriet’ wijst op een aantal signalen die ons alert moeten maken.

  • Wanneer iemand opvallend vaak in de nabijheid vertoeft van eenzelfde kleine kring van kinderen en jongeren, ook als dit vanuit de functie niet noodzakelijk is.

  • Wanneer iemand regelmatig eenzelfde kind thuis uitnodigt of meeneemt op vakantie.

Voor kinderen kan het heel aantrekkelijk zijn om volwassenen te ontmoeten die gemakkelijk met kinderen overweg kunnen en graag in hun nabijheid vertoeven.

  • Wanneer iemand weinig of geen relaties onderhoudt met personen van eenzelfde leeftijd.

Meestal weten daders van misbruik niet wat een vertrouwelijke relatie is, omdat ze die niet uit ervaring kennen. Ze delen weinig aspecten van hun leven met vrienden. In hun kennissenkring is nauwelijks sprake van wederkerigheid. Nabije, wederkerige en voldoening schenkende relaties met leeftijdsgenoten behoren tot de sterkste tekenen van psychische gezondheid.

  • Wanneer iemand te ver gaat in de uitoefening van macht of gezag. Aan mensen die niet bereid zijn in een team te werken of die niet bevraagd willen worden, kan de verantwoordelijkheid over minderjarigen niet toevertrouwd worden.

  • Het kan helpen om zichzelf als vuistregel enkele eenvoudige vragen te blijven stellen.

    • Zou ik hetzelfde zeggen of doen als familieleden of vrienden van de betrokkene of van mezelf erbij waren?

    • Zou ik me goed voelen als anderen op de hoogte waren van alle aspecten van een relatie?

    • Of is dat iets wat anderen toch niet zouden begrijpen?

 

  1. Deze richtlijnen helpen de verantwoordelijken en de begeleiders om de signalen te zien van grensoverschrijdend gedrag. Bij een vermoeden moet men dit bespreekbaar maken in het team en met de betrokken begeleider.

 

  1. De richtlijnen worden om het jaar minstens één keer op de werking gelegd in elk team, ook met elke nieuwe vrijwilliger wordt deze tekst doorgenomen voor hij zich engageert.

 

  1. Worden de richtlijnen van integer handelen overschreden, dan moet er onmiddellijk ingegrepen worden zodat deze persoon geen toegang meer heeft tot kinderen en jongeren. De nodige stappen moeten gezet worden naar het meldpunt en de gerechtelijke instanties. Wanneer een slachtoffer, een dader of derde vraagt om de verleende informatie over seksueel misbruik vertrouwelijk te houden, moet men zich ervoor hoeden om een volstrekte vertrouwelijkheid te beloven. Iedere begeleider heeft de plicht om personen in gevaar te beschermen en te verhinderen dat ook van andere kinderen en jongeren de integriteit geschonden wordt. Hij kan dan gebruik maken van het meldrecht.

 

  1. De begeleider dient tenslotte een cultuur van openheid te bevorderen, waarin kinderen en jongeren hun vragen en zorgen kunnen verwoorden. Hij moet hen ook bewust maken van wat wel en niet aanvaardbaar is, zowel in de omgang met andere kinderen of jongeren, als in de omgang met volwassenen.

Sluiten